Op 29 november 1949 implanteerde dr. Harold Ridley de eerste kunstlens in het oog van een patiënt. Drie maanden later maakte hij het eerste permanente implantaat en bracht hij de oogheelkunde op de weg die we vandaag nog altijd bewandelen.
De inspiratie voor zijn ingreep kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij zag dat acrylschilfers van de cockpitkap, die in de ogen van gewonde piloten terecht waren gekomen, niet werden afgestoten door het immuunsysteem van het lichaam. Zijn collega’s, die dachten dat vervanging van de lens onmogelijk was, verwierpen zijn hypothese en vroege successen. Maar de innovatie van dr. Ridley zou snel alle critici tot zwijgen brengen.
In de decennia daarna hebben artsen over de hele wereld hun behandelingen met implantaten verder ontwikkeld om hun patiënten verder te helpen. Vandaag de dag is het vakgebied enorm, gaande van de uitvinding van een glaucoom drainage apparaat om de intraoculaire druk te helpen reguleren van professor Anthony Molteno in 1966, tot de revolutionaire keratoprothese van dr. Claes Dohlman voor patiënten die niet geschikt zijn voor een standaard hoornvliestransplantatie.
En terwijl dr. Ridley in zijn tijd pionier was en zijn behandeling moest verdedigen tegen tegenstanders, worden de implantaten vandaag de dag omarmd door oogartsen en patiënten. Met de lens van dr. Ridley als springplank is bij meer dan 250 miljoen mensen het gezichtsvermogen hersteld via cataractchirurgie.
Een visie voor de toekomst
Implantaten vallen in een van drie categorieën: implantaten waarmee behandelingen effectiever kunnen worden toegediend, implantaten die chirurgische technieken kunnen verbeteren en effectiever kunnen maken en implantaten waarmee geprobeerd wordt het gezichtsvermogen te verbeteren of terug te krijgen.
Omdat we allemaal op zoek zijn naar nieuwe manieren om de toekomst van oogheelkunde te verbeteren, moeten we nastreven dat succesvolle behandelingen het herstel en/of het behoud van het gezichtsvermogen maximaliseren en tegelijkertijd de last voor de patiënt minimaliseren. Specialisten in de behandeling van glaucoom zijn bijvoorbeeld op zoek naar implantaten die kunnen helpen de last voor patiënten te minimaliseren en de therapietrouw te verbeteren, teneinde het gezichtsvermogen te behouden. We moeten ook blijven zoeken naar technologische vooruitgang om nieuwe en innoverende manieren voor behandeling te vinden.
Onderzoekers hebben voor mensen met retinitis pigmentosa implanteerbare microchips ontwikkeld die werken met externe apparaten die daadwerkelijk een zekere mate van het gezichtsvermogen kunnen herstellen. Stel u voor hoe blij ze zijn als ze de gezichten van hun naasten terugzien, ook al krijgen ze misschien niet hun volledige gezichtsvermogen terug.
Wij denken dat implantaten met langdurige aflevering van medicatie de volgende grote innovatie zou kunnen zijn in de behandeling van chronische oogaandoeningen: glaucoom, LMD, DME of zelfs droge ogen. Onze LMD- en DME-patiënten hebben behandelingsopties waarmee hun gezichtsvermogen kan worden verbeterd of op zijn minst de progressie van hun ziekte kan worden vertraagd. Maar om baat te kunnen hebben bij de beschikbare behandelingen, moeten patiënten volgens een regelmatig tijdschema worden gezien en behandeld, wat bijzonder belastend kan zijn.
Bij Genentech en andere bedrijven werken onderzoekers aan een manier om de last die de behandeling met zich meebrengt te verminderen. Dit kan bijvoorbeeld met implanteerbare hulpmiddelen die operatief in het oog kunnen worden ingebracht. Dit soort apparaten wordt al ontwikkeld voor glaucoom en droge ogen, en het is slechts een kwestie van tijd voordat ze ook bij netvliesaandoeningen kunnen worden gebruikt. Duurzaam geplaatste hulpmiddelen kunnen een complete therapietrouw te garanderen. Vanuit het perspectief van de patiënt nemen de hulpmiddelen de onzekerheid over het juist toedienen van hun medicatie weg.
De dag komt eraan dat we apparaten kunnen programmeren en geneesmiddelen met een bepaald tijdschema kunnen toedienen op basis van de diagnostische informatie die het apparaat zelf verzamelt, vergelijkbaar met de pacemakers van vandaag. Dat lijkt nu misschien onmogelijk, maar dat vonden dr. Ridley’s collega’s vijfenzestig jaar geleden ook over zijn ideeën.
Meer informatie over de geschiedenis van de oogheelkunde is te vinden in museumofvision.org.